Engelstalige podcast, serie, 8 afleveringen, 30-45 minuten per aflevering.
Ooo, de jaren negentig. Toen je als twaalfjarige gewoon nog naar een sekslijn kon bellen waar een geile veertiger je vragen stelde die je met de beste wil van de wereld niet kon beantwoorden (waar zitten mijn vingers in?).
Ik weet nog hoe ik met grote ogen naar mijn beste vriendinnetje keek, de hoorn iets van mijn oor zodat ze mee kon luisteren. We zaten in de keuken, de enige plek in huis met een telefoon. Mijn moeder zou pas over een uur thuiskomen. Over onze telefoonrekening maakte ik me geen zorgen. Het was weliswaar een 06-nummer, maar “vrouwen bellen gratis!”, wisten we van de radiocommercial.
Mijn vriendinnetje en ik belden met enige regelmaat zo’n gratis seksnummer, om de hoorn er vervolgens gillend en gierend weer op te gooien. Maar ditmaal was het anders. De man aan de andere kant van de lijn wist me aan de praat te houden over koetjes en kalfjes tot ik me, tot mijn eigen verbazing, ineens middenin een peepshow bevond.
“Vind je dit lekker?” vroeg hij met een lage, hese stem.
Ik keek naar mijn vriendin. Ze knikte vertwijfeld.
“Ja?” zei ik.
”Kom je al bijna?”
Mijn vriendin keek naar me met een ernst alsof ik een proefwerk was. In de meest volwassen, zwoele stem die ik kon opdiepen antwoordde ik, naar waarheid: “Nou, zover ben ik nog niet hoor.”
Hij was wél zover. Mijn vriendin en ik luisterden gefascineerd naar een vreemde man die, terwijl hij zichzelf naar een hoogtepunt toewerkte, mij vertelde hoe ik moest kreunen. Uit beleefdheid deed ik maar wat hij zei. Hij kwam klaar, het was een paar seconden stil. Ik wilde iets zeggen, maar hij onderbrak me.
”Ja, dank je wel hè!'“ riep hij. “Doeiii!”
Het was meteen de laatste keer dat ik naar een sekslijn belde. Mijn vriendin en ik waren beledigd – hij had na afloop niet eens met me willen kletsen, hij was alleen maar met zichzelf bezig – en ik voelde me ook een beetje vies. Zijn rare, joviale “Doeiii!” galmde nog dagen na. De glans, kortom, was er voor mij wel een beetje af.
Maar voor veel anderen niet: de vroege jaren negentig waren de hoogtijdagen van de sekslijnenindustrie. Aan de ene kant maakte steeds geavanceerder technologie steeds meer mogelijk op telecomgebied. Aan de andere kant was gratis online porno nog een natte droom, of zelfs dat niet eens – bijna niemand begreep wat internet überhaupt was. In dat grotendeels nog ongecontroleerde vacuüm greep de excentrieke Amerikaanse ondernemer Mike Pardes zijn kans. Hij richtte American TelNet (ATN) op, stelde een bestuur samen, vond een whizzkid om de technische kant in goede banen te leiden en huurde een groep vrouwen in om verveelde huisvaders te voorzien van een luisterend oor en dirty talk. En dat ging jaren (min of meer) goed, tot het onvermijdelijk misging. De podcast Operator vertelt het verhaal van de opkomst en ondergang van ATN als een van de roemruchte ondernemingen van de laatste pre-internetjaren.
Een audioserie over telefoonseks die je luistert via (hoogstwaarschijnlijk) je telefoon. Dat belooft wat.
Jammer genoeg maakt de podcast die verwachting niet helemaal waar.
Het begint al bij de naam: de serie is genoemd naar de telefonistes die het sekslijnimperium jarenlang overeind hielden, maar focust zich op de mannen aan het roer. Vooral op Mike Pardes – ik heb nog nooit een foto van hem gezien maar je hóórt gewoon de gouden ketting op weelderig borsthaar onder een half-openstaand overhemd. Hij weet het allemaal met verve te brengen, maar eerlijk is eerlijk, zijn verhaal kennen we nou wel. De korte samenvatting: sex sells. (Verrassing.) Terwijl ik zo graag meer had willen horen over de inzichten van, je weet wel, de professionele sekswerkers die het echte werk deden. Als er iemand is die een analyse kan geven over hoe telefoonseks de seksindustrie veranderde en wat hun werk betekende voor de manier waarop de maatschappij in die tijd naar seks(werk) keek, dan zijn zij het.
Er komen wel telefonistes aan het woord, maar de bijna surrealistische banaliteit van hun werk is ondergeschikt aan het corporate drama. Het precieze citaat weet ik niet, maar ergens zegt één van de ex-telefonistes iets in de trant van: “Er waren zoveel verschillende fetishes, je gelooft het gewoon bijna niet.” Punt. Enter. Nieuwe alinea. Huh? Kost het haar ineens een gulden per minuut om te spreken, of is er een andere reden waarom we het nu niet over die fetishes gaan hebben?
Een gemiste kans, denk ik, vooral omdat aflevering 4 (‘Hang Time’) ineens wél de verbeelding opzoekt. Tijdens het luisteren van Hang Time keek ik voor het eerst sinds lange tijd (om precies te zijn, voor het eerst sinds My Dad Wrote A Porno) om me heen om te checken of echt niemand kon horen wat ik aan het luisteren was.
Met de verkeerde verwachtingen is Operator dus een beetje een anti-climax (sorry). Dat betekent niet dat de serie niet de moeite waard is. Zolang je maar weet waar je aan begint: een smeuïge vertelling van een charismatische sleazeball die rijk werd over de ruggen van ‘zijn’ meiden, maar die ook genadeloos werd genaaid door zijn maten. Dat gegeven én dat prachtige tijdbeeld dat je krijgt van vlak voor het moment dat internet alles zou veranderen, is genoeg om de serie toch aan te raden.
Eén ding moet ik ze nageven: bij ATN werd een deel van het geld tenminste wel geïnvesteerd in systemen die minderjarige bellers moest weren. Dat is alvast een belangrijk verschil met die Nederlandse vrouwen-bellen-gratis!-bedrijven die zó neerkeken op het werk waar ze zelf goudgeld mee verdienden, dat ze het willens en wetens door kinderen lieten doen.